Bootje

In het midden van de slotgracht staat een groot kasteel. Het is een imposant bouwwerk, met kantelen en een ophaalbrug. Ik doe net alsof ik weet wat ik aan het doen ben daar bij dat imposante ding. Ik gedraag me netjes, zoals het hoort. Je mag binnen niet rennen, niet schreeuwen, je moet er met twee woorden praten en als je aan tafel zit te eten dan mag je niet met je ellebogen op tafel leunen maar slechts je polsen op de rand van de tafel laten rusten. Want zo eet de koningin ook.

Soms heb ik er geen zin in. Dan speel ik keurig ingehouden mijn toonladders op de viool om te oefenen voor een beschaafd kamerconcert, maar in plaats daarvan heb ik zin om te stampvoeten, om uit te barsten. Maar ik ben in de loop der jaren heel goed geworden in mijn beschaafde buitenkantje. Zo goed, dat ik zelf vergeet dat ik wou stampvoeten. Dat ik iets wou doen waar meer emoties bij getoond mogen worden.

Maar nu staat het op barsten. Welke emotie er precies uit moet barsten weet ik niet, maar dat het moet barsten weet ik wel. En als het zal barsten, dan gaat alles mis. Dan stort alles in. Dat hele grote kasteel zal volledig aan diggelen gaan, en dan zal ik er midden in zitten, onder al het puin van dat enorme, imposante ding. Wat een bijzonder kasteel, zeggen de mensen tegen me. Wat een prachtig, imposant ding! Ja, denk ik dan. Maar niet als het zal instorten terwijl je er nog in zit.

Maar gelukkig kan ik nu in mijn bootje stappen. Ik haal de roeispanen op uit de gangkast en ik neem ze mee naar buiten. Er zijn drie stapjes naar beneden om in het boothuis te komen en dan kom ik vrijwel meteen met mijn hoofd in de spinnenwebben terecht. Ik installeer de roeispanen op hun plek en duw het bootje af. In de slotgracht van het grote, imposante kasteel is een klein verlaten eilandje waar je alleen met het bootje kunt komen. En daar zet ik mijn kwetsbare, rusteloze zelf even neer om rustig te mogen ademen. Het eilandje is niet mooi en idyllisch, het is er eigenlijk nogal een wildernis. Maar het is wel de plek waar ik kan zijn wie ik ben. Ook een beetje wild, misschien, net als het eilandje.