Alles moest aan diggelen

Hutje in het bos

‘Mama!’ riep Olivier de volgende ochtend vroeg – onwenselijk vroeg voor de zondagochtend.

‘We komen er zo aan!’ riep Jacob terug.

Caroline draaide zich nog eens om en trok de dekens wat verder over zich heen. Ze was al vroeg wakker geweest en had eerder nog overwogen om alvast op te staan. Maar nu verging haar alle energie. Ze staarde naar het fort dat Jacob en Olivier een paar weken daarvoor hadden gebouwd in de hoek van de slaapkamer. Het fundament van het fort was een commode. Die stond er nog van toen Noortje als kleine baby bij hen op de slaapkamer had geslapen. Door de bovenste la open te trekken en er babydekens overheen te hangen was een klein fort ontstaan waar je perfect kon schuilen voor fantasiemonsters. Caroline keek er naar en glimlachte bij de gedachte aan Olivier, veilig in het fort, strijdend tegen onzichtbare krachten. Maar meteen daarna dacht ze: het is toch ook wel eens tijd om dat fort weer op te ruimen, ze hebben er al in geen tijden meer mee gespeeld. En misschien moesten we die hele commode en alle inhoud maar eens opdoeken.

‘Ik wil mama!’ riep Olivier. ‘Mama moet hier komen knuffelen!’

Caroline verstopte zich nog even wat verder onder de dekens. Knuffelen op commando sprak haar nooit zo erg aan.

‘Ik kom straks, Olivier,’ riep ze terug.

‘Ama ama mamama!’ Nu was het Noortje, die ook probeerde iets in de trant van mama te roepen. Aan haar kon je moeilijk uitleggen dat ze nog even geduld moest hebben.

‘Mama komt er zo aan, Noortje,’ zei Olivier.

Caroline zuchtte en stapte toen toch maar uit bed. In de kamer van Olivier en Noortje zag ze dat Olivier op de extra matras op de grond was gaan liggen, naast Noortjes bed. Zij zat op haar hurken in haar bedje en probeerde hem met haar hand aan te raken.

‘Mama, je moet hier komen liggen!’ riep Olivier. Caroline kroop bij hem onder de dekens en knuffelde hem even grondig.

Noortje begon te huilen, ze wilde er ook bij. Caroline stond weer op en tilde Noortje uit bed en ritste haar uit haar slaapzakje. Vervolgens liep Noortje meteen weg, stapte met haar stevige beentjes een rondje door de kamer, en stortte zich daarna bovenop Caroline en Olivier. Even was het heel knus met twee kinderlijfjes die half over Caroline heen lagen. En toen probeerde Noortje in Oliviers oog te prikken. ‘Niet doen!’ riep Olivier. Hij gaf haar een duw. Doordat ze al een beetje onhandig zat rolde ze nu achterover van de matras af en bonkte met haar achterhoofd op de grond.

‘Hè, Olivier, wat jammer,’ zei Caroline, terwijl ze Noortje oppakte en bij zich nam. Ze probeerde haar te troosten maar Noortje liep huilend en wel weer weg. Olivier sprong op en ging achter haar aan. Hij sloeg zijn armpjes om haar heen maar trok haar daardoor omver, zodat ze op haar billen viel. Daardoor moest ze nog harder huilen.

‘Ik probeerde haar te knuffelen!’ zei Olivier.

‘Ja, ik zag het,’ zei Caroline met een zucht. ‘Kom jongens, we gaan opstaan.’

Caroline ging naar de badkamer om zichzelf aan te kleden, terwijl Noortje en Olivier achter haar aan drentelden als twee kleine eendjes. Op de een of andere manier was de badkamer heel interessant voor de kleintjes, dus Caroline had er even geen omkijken naar. Olivier en Noortje renden in en uit het douchegedeelte, hingen over de rand van het bad en keken naar de vage spiegeling van hun gezichten in de niet zo heel glimmerige kraan. Ondertussen keek Caroline in de spiegel naar haar vermoeide gezicht. Ze had nog geen grijze haren, maar vreesde dat dat binnenkort wel zou komen. En toen herinnerde ze zich ineens dat ze vanochtend een tekencheck zouden doen. Weer bleef die tekencheck op haar netvlies gegrift als een zwarte vlek die ze maar niet weg kon knipperen. Ze zou kunnen wachten op Jacob. Maar ze wilde het weg hebben, die zwarte vlek. Ze besloot de tekencheck nu maar gewoon te doen.

Ze draaide zich om om Noortje te pakken en zag dat die met een vingertje in het douchepuntje zat te prikken.

‘Hè bah, dat is niet zo fris, Noortje. Kom, dan wassen we je handen even.’ Caroline tilde haar op en hield haar op de arm bij de kraan om haar hand af te spoelen. Toen ze Noortje weer op de grond had gezet trok ze haar trui over haar hoofd uit. Noortje giechelde toen haar hoofd weer tevoorschijn kwam. Daarna trok Caroline haar broekje naar beneden. ‘Kom, jongens, we doen nu even de tekencheck!’

‘Wat, hier?’ riep Olivier verontwaardigd. ‘Dat hoort altijd beneden, bij de stoel! En met muziek!’

‘Ja, dat deden we zo, hè. Maar nu doen we het even hier. Ik begin wel met Noortje.’

Noortje was alweer weg gedrenteld in haar romper. Met haar mollige beentjes onder zich gevouwen zat ze gehurkt bij het doucheputje. Weer stak ze een vingertje in het afvoerputje.

‘Ah, bah, Noortje!’ Caroline verhief haar stem een beetje, en Noortje keek verschrikt op. Caroline herpakte zichzelf en besloot het beste van de situatie te maken. ‘Kom, dan doen we hier je romper wel even uit.’ Terwijl Noortje bij het doucheputje zat te prutsen kleedde Caroline haar uit en had rustig de tijd om haar op teken te controleren. Daarna was het de beurt aan Olivier.

‘Tijd voor de tekencheck!’

‘Nee, ik wil beneden!’ riep Olivier. Maar hij rende niet weg. Hij wist dat Caroline die tekencheck belangrijk vond. Caroline trok zijn shirt over Oliviers hoofd. ‘Nee, ik wil niet!’ riep Olivier uit. Hij klampte zich vast aan zijn shirt. Maar hij bleef wel staan. Caroline tilde hem op en zette hem bovenop de WC, met de klep dicht natuurlijk. Ze wist dat hij zo in de spiegel kon kijken.

‘Kijk jij even onder je oksel?’ zei Caroline tegen Olivier. Meteen liet hij zijn shirt los en deed zijn arm omhoog. In de spiegel keek hij naar zijn eigen oksel. Hij trok een gek gezicht erbij – wat natuurlijk nog veel leuker was om naar te kijken. Ondertussen trok Caroline zijn broek uit en had ze rustig de tijd om zijn hele lijfje na te lopen. Toen ze tevreden had vastgesteld dat de kinderen allebei geen teken hadden, pakte ze Noortje bij het doucheputje vandaan en waste opnieuw haar handen af. Nu moest iedereen nog aangekleed worden, en even later zat Caroline uitgeput met twee kinderen aan het ontbijt. Het voelde alsof al haar energie voor de hele dag al op was.

 

‘Mama, kun je mijn boterham smeren?’ vroeg Olivier toen ze aan de ontbijttafel zaten.

‘Ja, ga ik zo doen.’ Caroline was bezig om Noortje in haar stoeltje te zetten en een slabbetje om te doen. Die probeerde er meteen weer uit te klimmen. ‘Ah, Noortje, doe nou even niet. We gaan nu ontbijten, lieverd.’ Maar ze bleef maar proberen om te gaan staan.

‘Mama! Ik heb honger!’ riep Olivier.

‘Ja, ik kom zo bij je.’

‘Nee nu!’

Noortje was weer gaan staan. Geërgerd tilde Caroline haar uit haar stoel en zette haar op de grond. Zelf ging ze op haar stoel zitten en staarde even in stilte voor zich uit.

‘Ma-ma!’ riep Olivier.

‘Nu even niet! Laat me met rust!’ Caroline sloeg met haar hand op tafel terwijl ze ondertussen opstond. Ze voelde een diepe drang om van zich af te slaan, om iets kapot te maken, maar dat deed ze natuurlijk niet. Ze wist dat ze haar grens had bereikt en probeerde zichzelf een veilig toevluchtsoord te geven. Ze liep naar de bank en plofte er uitgeput neer. Vanaf daar ging ze naar een klein hutje in het bos waar ze even niks hoefde. Maar het voelde niet veilig, ze voelde nog steeds te veel wildheid. Het hutje in het bos voelde juist beklemmend.

Olivier was huilend achter Caroline aan gekomen naar de bank. ‘Mamaaaa, wat doe je!’

‘Ik kan even niet meer.’ Het voelde gortdroog aan, alsof ze niet meer zelf iets kon zeggen maar alleen kale, droge woorden naar buiten kon gooien om nog iets van minimale informatie over te brengen. Huilend legde Olivier zijn hoofd op haar schoot. Zo bleven ze even zitten, terwijl Noortje door de kamer drentelde. Olivier snikte hartgrondig.

‘Ik heb zo’n honger, mama.’

‘Ik weet het, jongen. Ik heb ook honger. Ik ga zo wat ontbijt maken.’

‘Okée,’ zei Olivier. ‘Wanneer dan?’

Weer voelde Caroline de agressie opkomen. ‘Straks! Nu nog even niet.’

‘Okée,’ zei Olivier huilend.

Even later kwam Jacob de trap af. De berg kleding lag er niet meer; die had hij de vorige avond op weg naar boven in een wasmand verzameld en ergens in de gang gezet om later nog op te ruimen. Jacob stak zijn hoofd om de hoek van de kamerdeur. ‘Papaaaaa!’ Olivier rende uitgelaten op hem af. Bezorgd keek Jacob naar Caroline.

‘Hoe gaat het hier?’ vroeg hij.

‘Nou, niet geweldig,’ zei Caroline. ‘Het was me even een beetje teveel.’ Maar ze kon het alweer wat normaler zeggen. Ze was alweer correct opgebouwd tot een keurig mens, en de agressie die ze eerder had gevoeld was weer in het bos verloren gegaan terwijl ze veilig in haar imaginaire boshutje zat.

‘Ja, dat snap ik wel. Ik hoorde dat je ook nog een tekencheck deed boven.’

‘Ja, klopt.’

‘Nou, wel fijn dat je dat al gedaan hebt, maar we zouden het toch samen doen?’

Caroline knikte. ‘Dat is ook zo. Maar ik was bang dat we het zouden vergeten.’

‘Kom, jongens, we gaan even ontbijten.’ Jacob nam de kinderen mee naar de tafel en smeerde hun boterhammen. Toen iedereen rustig zat te eten kwam Caroline er bij zitten en maakte voor zichzelf wat te eten. Even was het stil en zat iedereen in alle rust te kauwen. Caroline keek naar haar gezin dat gewoon aan tafel zat als elk ander normaal gezin op de zondagochtend; Noortje veegde net vol overgave een hand vol appelstroop aan haar trui af. Caroline besloot er nu maar even niks van te zeggen. Ze was blij dat ze zich door het hutje in het bos weer veilig en robuust voelde, maar nu was er weer een nieuw rottig gevoel dat maar bleef knagen. Ze baalde dat ze eerder zo uitgebarsten was, ze begreep nu niet meer waar dat vandaan was gekomen en waarom ze zichzelf niet onder controle had kunnen houden. Ze nam zich voor om dat imaginaire hutje nog eens gezellig aan te kleden voor zichzelf, zodat het een fijne plek zou worden om in gedachten naartoe te gaan. Zodat ze zichzelf eerder veilig kon afschermen als het erop leek dat ze de boel even niet meer onder controle had.

Toen ging er een telefoon.

‘Met Caroline.’

‘Ik heb een teek gevonden bij Celine!’ Het was Mirjam, ze klonk paniekerig.

‘Oh?’ zei Caroline.

‘Ja, we deden vanochtend de tekencheck, nadat we gisteren in de speeltuin waren geweest, weet je wel!’

Caroline knikte. ‘Ja,’ zei ze.

‘En nu heb ik een teek gevonden!’

‘Wat vervelend!’

‘Ja, maar ik weet ook helemaal niet wat ik nu moet doen?’ zei Mirjam vragend.

‘Nou, de teek weghalen, toch. En dan is er als het goed is niks aan de hand. Je hebt gelukkig op tijd een check gedaan en dan kun je die op tijd weghalen.’

‘Maar ik weet helemaal niet hoe dat moet!’ zei Mirjam.

‘Oh. Met een tekenpincet, heb je die?’

‘Nee, dat heb ik helemaal niet, moet ik dat hebben?’ Mirjam klonk erg zenuwachtig.

‘Weet je wat, ik heb er wel één, ik kom zo wel even naar je toe.’

‘Oh, wat fijn, dankjewel! Ja, dat zou super zijn. Kom je snel?’

‘Ja, ik kom snel. Even mijn ontbijt opeten en dan kom ik.’

‘Fijn!’

Caroline hing op en ging weer aan tafel zitten. Jacob schoof haar een hete kop thee toe. ‘Ook even tijd nemen om rustig je thee te drinken, hè.’ zei hij. Caroline knikte en pakte de thee om haar handen en haar ziel even aan te warmen.

Even later stapte ze op de fiets met een tekenpincet op zak. Mirjam woonde in een nieuwer gedeelte van het dorp, dat in de loop der jaren was aangebouwd langs de lange zijde van de Wildernis. De fietstocht naar Mirjam leidde dus meestal dwars door de Wildernis, via een fietspad over de wildroosters, langs de Schotse hooglanders en langs het speeltuintje bij de nieuwe wijk in de buurt. Maar dit keer koos Caroline een pad dat wat dichter bij het dorp bleef, met aan de ene kant een beschaafd rijtje kastanjebomen en aan de andere kant de bloementuin met het gietijzeren hekje. In de bloementuin waren nog maar weinig bloemen – alleen een paar lentebloeiers zo her en der. Maar onder de kastanjebomen lag een vol tapijt van geel speenkruid. In Carolines broekzak zat de tekenpincet, een instrument waarmee ze tenminste wat grip op dit hele gebeuren kon krijgen. Ze begon zich weer wat overzichtelijker te voelen. Geen rommelige gevoelens, maar gewoon een mens met een missie. Ze fietste door en kwam tenslotte bij het speeltuintje uit en stak daar de wijk in waar Mirjam woonde.

Toen Mirjam de deur open deed viel Caroline meteen op hoe smal en ongegrond Mirjam er uit zag. Normaal was haar ronde gezicht met de halflange blonde krullen een soort zonnige verschijning, die waar ze maar kwam positiviteit bracht. Maar nu leek haar gezicht een beetje uitgehold. Alsof het in één nacht van zon naar halve maan was veranderd. Ze troonde Caroline gehaast mee naar de woonkamer, zonder haar de kans te geven om haar jas uit te doen. Dat deed Caroline dus maar toen ze voor de bank stond; ze legde hem netjes op een armleuning. Op de bank zat Celine, onder een dekentje waar haar blote schouders nog net onder vandaan staken. Celines ogen waren helder blauw zoals altijd, terwijl de rest van haar gezicht nu eerder grauw dan bleek oogde.

‘Hoi, Celine,’ zei Caroline.

‘Hoi,’ zei ze zachtjes.

‘Mama zei dat je een teek had.’

‘Ja.’ Celine volgde haar met haar ogen maar zat verder muisstil.

‘Mag je je nu niet meer bewegen?’ Caroline zei het een beetje lachend, maar zag ineens voor zich dat het misschien wel echt zo voelde voor haar.

‘Nee, dat zei mama,’ zei Celine.

‘Natuurlijk mag je wel bewegen, lieverd,’ zei Mirjam. Ze keek een beetje verontschuldigend naar Caroline. ‘Ik had alleen gezegd dat je niet te wild moest bewegen. Want het is belangrijk dat we de teek netjes in z’n geheel er uit halen. Dat is toch zo, Caroline?’ Ze draaide zich naar Caroline.

‘Ja, dat klopt,’ zei die, ‘maar je mag je wel bewegen hoor, Celine. Laat eens zien, waar zit die teek?’

Celine wees naar haar voorhoofd. Caroline boog zich voorover om de teek te kunnen zien. Precies op de haarlijn zag ze iets zitten, het leek nog het meest op een soort opgedroogd druppeltje bloed. Rustig bestudeerde ze het even voordat ze weer rechtop kwam staan. Ze zag dat Celine met grote ogen haar bewegingen volgde terwijl ze uit de tas een tekenpincet pakte. Caroline liet haar even zien hoe het ding werkte: door op een knopje achterop te drukken gingen er een soort grijpertjes open, en door het knopje weer los te laten zouden die zich om de teek vastzetten. Caroline legde aan Celine uit dat het haar verder niet pijn zou doen. Die knikte stilletjes en leek toen even te schrikken van haar eigen beweging. Daarna hield ze haar hoofd weer muisstil.

‘Okée, Celine, ik houd je hoofd even vast zodat ik er zelf goed bij kan. Kijk ondertussen maar naar mama.’ Mirjam ging een beetje schuin achter Caroline staan zodat Celine haar kon zien. Caroline drukte de tekenpincet open, klaar om de teek te grijpen. Toen bedacht ze zich en ging weer rechtop staan. ‘Moest ik nou juist wel of niet draaien als ik de teek er uit trek?’ vroeg ze aan Mirjam.

‘Weet ik het!’ zei Mirjam. ‘Wacht, ik zoek het even op!’ Ze liep haastig naar de keuken. ‘Waar is mijn telefoon nou weer?’ Ze kwam weer teruglopen met haastige, afgemeten passen. ‘Heb jij mijn telefoon gezien, Celine?’

Celine wees naar Mirjams hand.

‘Oh!’ zei Mirjam, ‘ik had mijn telefoon al vast!’

Ze lachte een nerveus lachje en keek op haar scherm om op te zoeken hoe het nou precies zat met teken verwijderen. Even later kwam ze met het antwoord: rustig trekken, niet draaien. Caroline boog zich weer over Celine, Mirjam ging weer ter geruststelling schuin achter haar staan, en even later had Caroline de teek vast in de tekenpincet. Rustig trok ze hem er uit.

‘Wat nu?’ zei Mirjam.

‘Niks. Nou ja, geef me maar even een papiertje ofzo, dan kunnen we de teek nog even bekijken.’

Gezamenlijk bogen ze zich even later over het papiertje met de teek erop. Nog steeds leek het op een soort bloedzakje, maar dan met minuscule pootjes eraan. Het zag er maar onschuldig uit. Maar Celine dacht daar anders over. Ze lag bleekjes onder het dekentje op de bank en wilde het beestje niet van dichtbij bekijken.

‘Ga ik nu dood, mama?’ vroeg ze.

‘Nee, lieverd. Nee, toch, Caroline?’ vroeg Mirjam.

Caroline ging naast Celine op de bank zitten en klopte haar op haar been.

‘Nee, juist niet, Celine. Gelukkig hebben we de teek weg gehaald. Maar goed dat jullie hem gevonden hadden! En met een tekenpincet hebben we alles weer goed gemaakt.’

Caroline bleef nog even zitten terwijl Mirjam een kop koffie voor haar maakte. Celine zat stilletjes op de bank, nog steeds vrijwel bloot onder een dekentje, terwijl Mirjam en Caroline over wat andere dingen spraken. Af en toe wreef Caroline even geruststellend over Celines been. Ze genoot van de tevredenheid die ze voelde omdat ze iets nuttigs had kunnen doen. En ze genoot van de zekerheid die het haar gaf, dat het dus gewoon zo simpel kon zijn om een teek te verwijderen met een eenvoudig stuk gereedschap. Caroline dronk rustig haar koffie op en had het gevoel dat ze haar hutje in het bos tijdelijk had geüpgrade naar een kasteel. Het had stevige muren en een degelijke constructie. Ze kon zich er veilig voelen en het had een duidelijk afgebakende vorm. Ze had een tekenpincet als houvast en ze had het gevoel dat ze weer even de hele wereld overzag.